Ga naar hoofdinhoud

Implementatie scenario’s

Wanneer organisaties de standaard adopteren/implementeren, dan moet deze omgezet worden in een softwareoplossing zodat een organisatie in praktijk de standaard kan gebruiken. We zien de volgende scenario’s:

  1. Een organisatie implementeert zelf de standaard in eigen software.
    Dit is de grootste initiële investering omdat de standaard van A tot Z geïmplementeerd moet worden in nieuwe of bestaande software, welke vervolgens onderhouden moet worden. De ervaring met de ontwikkeling van de FSC-standaard en de open source FSC-software componenten geeft ons een beeld hoeveel tijd er ongeveer nodig is om de standaard in software te bouwen. Gebaseerd op die ervaring schatten we in dat in 6 maanden met een team orde grote 5 fte een eerste implementatie afgerond kan worden. Een alternatief is het gebruiken van de open source FSC componenten als basis voor een eigen product. Dit scenario wordt hierdoor aanzienlijk versneld.

  2. Een organisatie gebruikt in zijn geheel de open source FSC-componenten.
    In dit scenario gebruikt een organisatie zelf of in samenwerking met een implementatie partner de bestaande open source software, met de bedoeling om dit niet tot een eigen product om te vormen maar aan te sluiten op de organisatie of community die de open source componenten beheert. Vanuit de Common Ground consultatie blijkt dat dit scenario de voorkeur heeft van organisaties die dit als laagdrempelige opstap zien richting FSC compatibiliteit. De impact hangt af van wie de implementatie uitvoert en ondersteunt. Het ligt voor de hand dat de markt hierin een rol heeft. Deze markt kan vrijgelaten worden, maar vanuit verschillende samenwerkingsverbanden kunnen ook preferred suppliers, raamcontracten en andere zaken georganiseerd worden die het voor de individuele organisatie interessant maakt om aan te haken bij een collectief.

  3. Een organisatie kiest een hybride variant waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande tooling in combinatie met enkele open source FSC-componenten.
    Deze combinatie gaat voornamelijk over het continueren van het gebruik van de bestaande gateway software, die FSC compliant gemaakt wordt, en samenwerkt met een aantal FSC-componenten: de Manager, de Controller en de Transactielog. Dit scenario kan door een organisatie zelf uitgevoerd worden maar waarschijnlijker is het een gezamenlijke inspanning samen met een leverancier. Vanuit de Common Ground consultatie blijkt dat dit scenario de voorkeur heeft van organisaties die nu al gebruik maken van een commerciële gateway of een gateway en/of integratie dienst aanbieden. De impact hangt af van wie de implementatie uitvoert en ondersteunt. Het ligt voor de hand dat de markt hierin een rol heeft. Deze markt kan vrijgelaten worden, maar vanuit verschillende samenwerkingsverbanden kunnen ook preferred suppliers, raamcontracten en andere zaken georganiseerd worden die het voor de individuele organisatie interessant maakt om aan te haken bij een collectief.

Ondersteuning van de open source FSC-componenten

Vanuit de Common Ground consultatie blijkt dat scenario 2 of 3 de voorkeur heeft van de meeste respondenten. Randvoorwaardelijk voor beide scenario’s is het organiseren van de ondersteuning op de open source FSC-componenten. Deze twee scenario’s passen bij het advies van Gartner over het versnellen van de adoptie van de standaard. Deze ondersteuning, het beheer en doorontwikkeling, kan op twee manieren georganiseerd worden:

  1. Via een organisatie die de ondersteuning organiseert. De impact op de gebruikende organisaties zal bestaan uit het inzetten van een deployment strategie waarmee nieuwe versies beschikbaar gemaakt worden. De ervaring met de ontwikkeling van de FSC standaard en de open source FSC software componenten geeft ons een beeld wat betreft het organiseren van het technisch beheer en doorontwikkeling van de componenten: 2 tot 3 fte aan technische kennis.
  2. Via een gebruikerscommunity waarbij de organisaties zich aansluiten en zichzelf organiseren. De impact van deze optie op een organisatie hangt af van haar bijdrage aan de community. Daarnaast zal de organisatie een deployment strategie moeten inzetten waarmee nieuwe versies beschikbaar gemaakt worden.

Groeipad

Beide ondersteuningsopties hebben voor- en nadelen, maar de initiële adoptiefase is het meest geholpen met optie 1 waarbij periodiek beoordeeld kan worden of die optie nog valide is en afhankelijk van het antwoord zou kunnen leiden tot het organiseren van optie 2 of het afbouwen van de ondersteuning.

Optie 1 wordt dan ook op dit moment georganiseerd door een aantal samenwerkende organisaties: VNG Realisatie, Common Ground, Stichting RINIS, Logius en BZK (vanuit het Federatief DataStelsel). Gezamenlijk zorgen zij dat duurzame ondersteuning geregeld wordt.

Parallel wordt vanuit deze organisaties ook een begin gemaakt met de gebruikerscommunity.